Opinie: Houding t.o.v. melder als beschuldigde - Thijs Huijs
13 december 2024Opiniestukken zijn ingezonden bijdragen, geschreven op persoonlijke titel. Opinie valt niet onder redactie van de nieuwsbrief en de LVV is niet verantwoordelijk voor de inhoud. Commerciële verwijzingen zijn niet toegestaan en worden verwijderd. Wilt u reageren of een opiniestuk aanleveren? Stuur dan een email naar info@lvvv.nl
Vraagstelling: Wat zou de houding van de LVV t.o.v. melder als “beschuldigde” dienen te zijn volgens mij, Thijs Huijs? Een verkennend onderzoek met een voorlopige conclusie.
Opzet onderzoek
Allereerst zal ik een globale situatie schetsen van de huidige situatie, dit vanuit het perspectief van de LVV. Vervolgens zal ik een schets geven van de veranderde situatie waarin de vertrouwenspersoon werkt, waarbij hij/zij te maken heeft met een aantal morele/ethische kwesties. Vervolgens zal ik deze bevindingen toetsen aan de documenten van de LVV. De voorlopige conclusie van mij is dat de LVV blijft bij het uitgangspunt dat vertrouwenspersonen, personen die ongewenst gedrag ervaren hebben, dus ongeacht hoe of vanuit welke positie, blijven opgevangen en begeleiden. De vertrouwenspersoon zelf kan besluiten over het al of niet ondersteunen van een “beschuldigde”, dit is afhankelijk is van de persoonlijke en professionele houding van de vertrouwenspersoon.
1. Globale schets van de huidige situatie
De LVV bestaat 25 jaar en is ontstaan vanuit de behoefte van vertrouwenspersonen om een gezamenlijke organisatie te hebben om elkaar te ondersteunen en meer erkenning te krijgen voor de rol van de vertrouwenspersoon (VP) ongewenste omgangsvormen, en het verhogen van professioneel niveau. In die 25 jaar heeft de LVV een grote ontwikkeling doorgemaakt, niet alleen in ledenaantal, nu circa 5000 maar ook ten aanzien van professionalisering van de functie vertrouwenspersoon en als LVV beroepsorganisatie. Ten aanzien van het eerste punt denk ik aan: de VP rol is een functie geworden, het samenvoegen van ondersteuning van vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen en van integriteit en het landelijk examen. De VP wordt als essentieel gezien door arbodiensten, inspectie of ombudsman. Als LVV denk ik hierbij aan het consequent uitdragen van het belang van de vertrouwenspersoon bij het voldoen aan de ARBO-wet. Hierbij speelt de vertrouwenspersoon een belangrijke rol bij het voldoen aan de zorgplicht van de werkgever. Dit vooral bij de psychosociale arbeidsbelasting, uitgezonderd werkdruk. Ook heeft de LVV een belangrijke rol gespeeld bij het door de tweede kamer goed gekeurde wettelijk verplichting aanstellen van een vertrouwenspersoon. Daarnaast is de LVV initiator geweest bij de accreditatie van opleidingsbureaus. Ook denk ik aan de vele adviezen die de LVV al of niet gevraagd geeft en de aanwezigheid van de voorzitter bij radio/tv programma’s, pers en sociale media. De mening van de LVV doet er inmiddels toe en heeft invloed.
Hoe is, volgens mij het werkveld van de vertrouwenspersoon veranderd is die 25 jaar? Dit is sterk veranderd, van redelijk anoniem en beperkt zichtbaar tot een sterk in de belangstelling staande functie. Dit heeft impact op het uitoefenen van de functie en ook hoe er door de buitenwereld naar de vertrouwenspersoon wordt gekeken (denk hierbij aan de verschillende onderzoeken zoals bij RTL en bij de NPO). Daarbij komt dat door de #MeToo de maatschappelijke belangstelling van ongewenste omgangsvormen en integriteit is toegenomen hetgeen ook resulteerde in een markt voor opleidingsinstituten, onderzoeksbureaus, adviseurs enz. Niet voor niets wordt er nu gesproken over de “deugindustrie” waarin helaas veel mis gaat door ondeskundige ondersteuning of gebrekkig onderzoek. Als voorbeeld geeft ik het boek “Kapot” van de Michiel de Vries waaruit blijk dat helaas vaak personen ten onrechte worden beschuldigd van ongewenst gedrag, waardoor flinke vervolgschade ontstaat.
Door de sociale media is bovendien zeer snel veel beïnvloeding mogelijk, zodat het geruchtencircuit supersnel een casus kan overschaduwen. Trial By Media dreigt, waarbij het maatschappelijk principe ‘onschuldig totdat het tegendeel is bewezen’ heel snel irrelevant wordt.
Hoe werk je als vertrouwenspersoon goed, volgens mij als je volgens je VP protocol niet aan waarheidsvinding doet en vooral de melder ondersteund? Hoe handel je nu als op een geven moment blijkt dat deze melder ook beticht wordt van ongewenste omgangsvormen? Uiteraard kan dit soort casuïstiek tijdens de intervisie besproken worden maar lijkt mij goed om dit structureler in kaart te brengen.
2. Morele/ethische kwesties
Door de hierboven genoemde sterk gewijzigde maatschappelijke situatie waarbij ‘Trial by Media’ steeds vaker gebeurd, wordt volgens mij een groter beroep gedaan op het persoonlijk moreel kompas van de vertrouwenspersoon. Hierbij maak ik maak ik een onderscheid tussen persoonlijk moreel kompas (jouw drive) en het moreel kompas in je functie van vertrouwenspersoon. Bij dit laatste zijn de documenten van de LVV van belang (punt3).
Hoe handel je goed/zorgvuldig volgens je eigen morele of ethische maatstaven als blijkt de melder beschuldigd wordt van ongewenste omgangsvormen? Wat doet het met je, als blijkt dat melder iemand ten onrechte beschuldigd heeft? Beinvloed dit je eigen gedrag, en/of het imago in je organisatie? Waar trek je de grens in je ondersteuning? Zo zijn er waarschijnlijk nog meer lastige situaties aanwezig in de praktijk. Primair wordt hierbij een beroep gedaan op je eigen persoonlijke waarden. Hoe komen deze tot stand? Dit heeft te maken met onder andere: mogelijk erfelijke factoren, je opvoeding, wat je hebt meegemaakt (‘ervaringsdeskundigheid’), je karaktertrekken en waarschijnlijk nog veel meer. Dit is de reden waarom er zoveel verschillende beoordelingen zijn van een en dezelfde situatie, want iedereen vertaald het verhaal van de melder door zijn eigen bril. Maar ook bij sterk verschillende situaties zoals bij een beschuldiging van (seksuele) intimidatie, dreiging, geweld, pesten vertaald de VP deze met zijn eigen persoonlijkheid. Wat voor gevolgen heeft deze subjectieve component voor de functie vertrouwenspersoon volgens mij? De ene vertrouwenspersoon zal zeggen; “oei een beschuldigde daar begin ik niet aan”. Weer een andere zal zeggen; “ik heb hier geen oordeel over”, of “het feit dat de beschuldigde bij mij komt, wil zeggen dat hij/zij zijn gedrag bespreekbaar maakt” en weer een ander: “hij/zij heeft mijn in vertrouwen genomen en dit vertrouwen verbreek ik niet”. Er kunnen dus heel veel verschillende visies zijn, met daarnaast uiteenlopende ondersteuningsstappen.
Nog een uitdaging uit de praktijk: Wat indien blijkt indien de melder een valse beschuldiging heeft gedaan, waarbij de ernst van de beschuldiging sterk kan verschillen? Ook hier kun je persoonlijk of als vertrouwenspersoon sterk verschillend op reageren zoals; “ik kijk de volgende keer beter uit, stel kritischere vragen, in overleg met de melder navraag doen bij collega’s” of “pech gehad”. Kortom zeer diverse beoordelingen met verschillende ondersteuningsstappen.
Wat concludeer ik uit deze verkenning? Het beoordelen van de hoofdvraag; “Bijstaan van een beschuldigde” is een morele/ethische kwestie, waarop geen eenduidig antwoord mogelijk is waar elke VP zich prettig bij voelt. Ik zal eens kijken of de documenten van de LVV hierop een antwoord geven en of deze een leidraad zijn?
3. De documenten van de LVV
Hoe zie ik tot in hoeverre geven het functieprofiel en de gedragscode van de LVV richting geven aan de vertrouwenspersoon om uit dit morele/ethische dilemma te komen.
3.1 Functieprofiel van de vertrouwenspersoon
Hierin staat; “De primaire rol van de vertrouwenspersoon ligt in de opvang en begeleiding van medewerkers die ongewenst gedrag en /of casussen met betrekking tot integriteit (hebben) ervaren”. Kijkend naar de rol van de vertrouwenspersoon, is de LVV duidelijk, personen die ongewenst gedrag ervaren hebben, dus ongeacht hoe of vanuit welke positie, worden door de VP opgevangen en begeleid.
In het functieprofiel staat ook;” Doorverwijzen naar professionele hulpverleners en juridisch adviseurs, als de melding de rol van de vertrouwenspersoon overstijgt of andere zaken betreft dan ongewenste omgangsvormen en integriteit”. Hier geeft de LVV weer dat de vertrouwenspersoon kan door verwijzen bij het “overstijgen” van de rol, naar professionele hulpverleners en juridische adviseurs. Helpt deze tekst de vertrouwenspersoon bij het morel/ethische dilemma in contact met een ‘beschuldigde’? Tot op zekere hoogte zeker, volgens mij. Bij moeilijke situatie kan het zijn dat de vertrouwenspersoon kan concluderen “dit is overstijgend voor mij en ik wijs de melder door”. Bijvoorbeeld naar HR, jurist of andere deskundige. Diezelfde situatie kan door een andere vertrouwenspersoon, met een andere morele/ethische houding en andere ervaringen geheel anders beoordeelt worden. De een zegt;” misschien hebt je ook professionele hulp nodig”, weer een andere vertrouwenspersoon vindt het geen overstijgende situatie en bespreekt opties.
Kortom, vanuit het functieprofiel ontvangt de vertrouwenspersoon de melder en indien gedurende het begeleidingsproces er een overstijgende situatie ontstaat kan de vertrouwenspersoon doorverwijzen. Worden hier criteria genoemd om te beoordelen wanneer er sprake is van een overstijgende situatie? Die worden niet gegeven. Overstijgen heeft iets van, “de greep erop verliezen”. Het beoordelen van een overstijgende situatie is dus afhankelijk van de professionaliteit, de ethische/morele houding van de vertrouwenspersoon, zijn ervaring, opleiding enz.
Mogelijk is er meer houvast in de LVV VP gedragscode?
3.2 Gedragscode voor de vertrouwenspersoon, aangesloten bij de LVV
Hierin staat bij beroepsethiek en integriteit dat de vertrouwenspersoon ”de algemene sociale en ethische normen en waarden naleeft en handhaaft”.
Bij onafhankelijkheid staat “ De vertrouwenspersoon staat naast de melder en begeleidt en ondersteunt deze” en “De vertrouwenspersoon is geen onderzoeker en doet niet aan waarheidsvinding”. Hieruit blijkt dat de vertrouwenspersoon sterk afhankelijk is van de informatie die de melder verstrekt. De melder verschaft de info en de melder beslist over het vervolg. De melder is leidend.
De gedragscode doet, volgens mij een extra beroep op maatschappelijke morele/ethische aspecten van de vertrouwenspersoon zelf, en geeft hierbij wel enkele richtlijnen (“handhaven”), maar niet in die situatie wanneer de melder een “beschuldigde” is.
Zoals ik het zie geeft de gedragscode geen richtlijnen over het al of niet ondersteunen en begeleiden van een “beschuldigde”.
4. Conclusie
Wat leert mijn verkennend onderzoek ons t.a.v. de hoofdvraag; ”Wat is de houding van de LVV t.o.v. melder als beschuldigde”. De LVV stelt dat de vertrouwenspersoon een melder opvangt en eerste aanspreekpunt is voor personen die ongewenste omgangsvormen en kwesties rondom integriteit ervaren. De info en de wensen van de melder zijn leidend voor de inschatting en type ondersteuning van een VP. De vertrouwenspersoon kan door verwijzen indien de situatie ingeschat wordt als “overstijgend”, waarbij de criteria hiervoor tekstueel ontbreken, maar waarbij ‘overstijgen’ geïnterpreteerd kan worden als “de greep verliezen”. Dit is sterk afhankelijk van moreel/ethisch houding, ervaring, opleiding, en van persoonlijke en professionele houding van de vertrouwenspersoon.
Uit de verkend onderzoek lijkt mij dat de LVV blijft bij haar uitgangspunt, het ondersteunen en begeleiden van de melder ongeacht welke rol deze heeft gehad bij de ongewenste omgangsvormen. Dus ook een “beschuldigde”, waarbij het de persoonlijke afwegingen van de individuele vertrouwenspersoon is, wanneer de situatie “overstijgend” is en deze doorverwijst.
Thijs Huijs, al 19 jaar lid LVV,
mhuijs@kpnmail.nl
mhuijs@kpnmail.nl