Logo

Laten we ons eigen discriminerende gedrag benoemen.

Laten we ons eigen discriminerende gedrag benoemen.

19 augustus 2021

Kritisch nadenken over je gedrag vermindert discriminatie, stelt George Gelauff, programmaleider maatschappelijke betrokkenheid bij het Apostolisch Genootschap. Hij geeft zelf het goede voorbeeld.

Myrthe van Gestel (Opinie, 12 augustus) laat zien hoe iemand aanspreken op discriminerend gedrag weerstand kan oproepen. Want wat je zegt past niet bij het zelfbeeld van de aangesprokene (‘ik ben toch geen racist?’).

Discriminerend gedrag is vaak een uiting van onderdrukking in onze samenleving. Dat hoeft niet zo te blijven, stelt Van Gestel. We kunnen naar onszelf kijken en ons afvragen of wij dat gedrag willen voortzetten. Ik stel voor de handschoen op te pakken en concrete ervaringen te delen waarin we met onszelf geconfronteerd werden. Ik begin.

Een familielid sprak ooit in de trein een buitenlandse toerist. Die was op weg naar ‘Idj-moe-ieden’. Het duurde even voordat duidelijk was dat het om IJmuiden ging. Voor iemand die met de Nederlandse taal is opgegroeid, is het duidelijk hoe je dat woord uitspreekt. Iemand uit het buitenland struikelt erover.

Gewoon er overheen lezen

Omgekeerd heb ik dat regelmatig met namen van Nederlanders met een biculturele achtergrond. Tot voor kort had ik een simpele oplossing : gewoon er overheen lezen. Ik kwam meestal niet verder dan de eerste paar letters van zo’n naam.

Dat veranderde onlangs toen ik een interview las met Naeeda Aurangzeb over haar boek 365 dagen Nederlander. Het raakte me diep te lezen wat het betekent dag in dag uit racistische en denigrerende opmerkingen te krijgen over je afkomst, je geloof, je uiterlijk en je persoon. Of misschien wilde ik gewoon haar naam weten omdat ik het boek wilde kopen. Hoe dan ook, ik merkte dat ik opeens nauwkeurig haar naam las en me afvroeg hoe je die uitspreekt.

Gebrek aan betrokkenheid en erkenning

Met een schok drong het tot me door dat ik meestal ‘moeilijke’ namen negeerde. Over een naam heen lezen zegt iets over mijn gebrek aan betrokkenheid en erkenning voor die mens. Des te meer als dat selectief gebeurt: alleen bij landgenoten met een biculturele achtergrond. Want je naam is inherent verbonden met je persoonlijkheid en met wie je ten diepste bent. Neeltje Maria Min beschreef dat in het gedicht met onder meer de regels noem mij, bevestig mijn bestaan en voor wie ik liefheb, wil ik heten.

Sinds deze ervaring is het anders. Als ik een naam zie, lees ik die een paar keer en probeer ik hem hardop uit te spreken. De mens achter die naam weet van niets. Net zo min als Naeeda weet dat ik haar dankbaar ben voor haar boek en voor haar naam. Dat maakt ook niet uit, het gaat om mijn houding. Die wordt een stukje inclusiever.

Bron: Trouw - George Gelauff, 19-08-2021


Lees ook:
Maar ik bedoel het niet racistisch.’ Waarom we ons zo ongemakkelijk voelen in de woke-discussie: Je bent nog geen racist als je grappen maakt die anderen als discriminerend ervaren. Maar we kunnen er wel kritisch naar kijken en ons afvragen of we zo door willen gaan, stelt psycholoog en schrijfster Myrthe van Gestel.

discriminatie vrouw.jpg.webp