Logo

Discriminatie in sociale sector lastig aan te pakken door vele vrijwilligers

Discriminatie in sociale sector lastig aan te pakken door vele vrijwilligers

6 februari 2023

Óók in buurthuizen, jeugdhonken en dagbesteding voor verslaafden komt discriminatie en racisme voor. Dat blijkt uit onderzoek dat is ingezien door NU.nl. Maar het is extra moeilijk om dit probleem aan te pakken. Zogenoemd sociaal werk is namelijk deels afhankelijk van tienduizenden vrijwilligers en freelancers. "Ga ik nou zeggen: 'Dit is racistisch'?"

"Als je een baan hebt in het sociaal werk, kun je een berisping krijgen van je werkgever of ontslagen worden als je discrimineert", legt onderzoeker Hanneke Felten van kennisinstituut naar sociale vraagstukken Movisie uit.

"Maar bijvoorbeeld een vrijwillige aanbieder van taalcursussen of een ontvanger van schuldhulpverlening die zich racistisch uitlaat, ga je die het buurthuis uitzetten? Het gaat vaak om iemand uit een kwetsbare groep. Die wil je juist behouden."

Wat ook niet helpt, is het volgens Movisie onterechte beeld dat sociaal werkers "nooit zouden discrimineren". Discriminatie en racisme binnen het sociaal werk zou daardoor in sommige gevallen onvoldoende serieus worden genomen.

Bovendien zijn er volgens het kennisinstituut sowieso ook te weinig regels die discriminatie en racisme tegen en door werknemers in het sociaal werk moeten uitbannen. Hetzelfde geldt voor zogenoemde microagressie. Dat zijn kleinerende opmerkingen tegen mensen uit groepen die bovengemiddeld worden gediscrimineerd.

Movisie ontdekte het knelpunt rond de aanpak van discriminatie in het sociaal werk na interviews met 31 mensen die actief zijn in de sector. Een peiling door het kennisinstituut onder ruim honderd sociaal werkers en een peiling uit 2021 onder ruim elfduizend mensen in de sector door marktonderzoeksbureau Ipsos bevestigen dit.

49 procent van de werknemers in het sociaal werk die deelnamen aan de Movisie-peiling heeft discriminatie of microagressie ervaren. 71 procent ziet discriminatie bij anderen.

Sociaal werkers durven discriminatie niet altijd aan te kaarten

Een van de geïnterviewden in het onderzoek zegt het moeilijk te vinden om discriminatie op de werkvloer aan de kaak te stellen. Omdat onduidelijk is wie welke verantwoordelijkheid daarin heeft. "Ga ik nou zeggen: 'Dit is racistisch'?"

Een andere geïnterviewde noemt als voorbeeld van microagressie een gesprek met een burgemeester. Die zou haar hebben toegeworpen: "Luisteren jongeren wel naar zo'n klein vrouwtje met een hoofddoek?"

Een persoon die hulp krijgt van sociaal werkers legt uit dat ook eventueel goedbedoelde opmerkingen van hulpverleners vervelend kunnen overkomen. "Ik zou gewoon zo graag een keertje van de daken willen schreeuwen dat het gewoon niet leuk is om iedere keer te horen: 'Oh, wat praat je goed Nederlands.'"

De personen die in het onderzoek aangeven het slachtoffer te zijn van discriminatie, zeggen daar stress aan over te houden. Sommige sociaal werkers zeggen zelfs een andere, meer 'Nederlands' klinkende naam te gebruiken. Zo hopen ze minder negatieve ervaringen te hebben.

Nationaal coördinator wil voorkomen dat sociaal werkers door racisme stoppen

Rabin Baldewsingh, de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR), laat aan NU.nl weten de urgentie van het probleem in het sociaal werk te erkennen. "Het moet in alle gevallen voorkomen worden dat mensen wegens discriminatie of racisme ervoor kiezen te stoppen in een sector waar zij meer dan gewenst zijn."

De regeringscommissaris hoopt dat het Movisie-onderzoek ervoor zorgt dat racisme en discriminatie in sociaal werk "herkend en erkend wordt". Nog beter zou het zijn om in te zetten op preventie. Gemeenten kunnen wat Baldewsingh betreft een rol spelen in cursussen of trainingen voor vrijwilligers in het sociaal werk.

'We kunnen leren van België'

Een mogelijke oplossing is volgens Movisie meer focus in het sociaal werk op het signaleren en melden van discriminatie en racisme. Er moet ook meer beleid komen.

Wat dat betreft kunnen Nederlandse sociaal werkers leren van hun Belgische collega's, stellen de onderzoekers. "Bijvoorbeeld in Antwerpen is het echt een concrete taak van sociaal werkers om discriminatie te signaleren en aan te kaarten", zegt Felten, die zelf van huis uit sociaal werker is.

Voorbeelden van functies in het sociaal werk zijn maatschappelijk werker, wijkcoach en schuldhulpverlener. De sector telt ruim 55.000 werknemers, zo'n tweeduizend organisaties en tienduizenden vrijwilligers.

Over de opzet van het Movisie-onderzoek naar discriminatie in sociaal werk

De onderzoekers van Movisie hebben met 31 personen interviews gehouden. Dat lijkt weinig. Maar omdat de antwoorden sterk overeenkwamen, geven ze volgens het kennisinstituut toch een "betrouwbaar en feitelijk" beeld. Dit heet 'verzadiging': na een aantal interviews krijg je geen nieuwe informatie meer. Dat betekent dat je beeld compleet is.

Racisme ook bij het ministerie van Buitenlandse Zaken een breed verschijnsel

Zo ging het ook met een onderzoek dat in december concludeerde dat racisme bij het ministerie van Buitenlandse Zaken een breed verschijnsel is. De onderzoekers baseerden dat op gesprekken met 33 personen, aangevuld met vier groepsgesprekken.

Bron: NU.nl, 3 februari 2023

Sociale sector.png