"Wat ben jij een mooie vrouw" - juli 2020
14 juli 2020“Wat ben jij een mooie vrouw, voel jij je niet eenzaam zo ver van huis?”
“Wat ben jij een mooie vrouw, voel jij je niet eenzaam zo ver van huis?”
Een medewerkster wordt verzocht te gaan helpen in een andere vestiging in het buitenland. Zij overnacht in een airbnb-appartement waarvan het bedrijf doorlopend gebruik maakt. Dit appartement wordt doordeweeks tevens gebruikt door de leidinggevende van de vestiging waar melder gaat ondersteunen.
De melder maakt ‘s middags kennis met de leidinggevende, die meteen voorstelt om ‘s avonds samen te eten onder het motto: “anders zijn we beiden toch maar alleen en koken is mijn hobby”. Melder vindt dit wel ietwat ad rem, maar vind het ook een aardig aanbod. De leidinggevende blijkt een goede kok en schenkt bijpassende wijnen. Daarna volgt een prettig gesprek op de hoekbank in de voorkamer. De leidinggevende schenkt regelmatig wijn bij en hij komt steeds dichterbij te zitten en maakt complimenten: “wat ben jij een mooie vrouw” en stelt haar de vraag of ze zich niet eenzaam voelt zo ver van huis.
Niet prettig
De melder voelt zich hier niet prettig bij en geeft aan dat ze moe is, het een lange dag is geweest en ze naar bed toe gaat. Ze sluit daarbij haar kamerdeur af. Voor het slapengaan wil ze echter nog gebruik maken van de badkamer en toilet. Op de gang komt ze langs de slaapkamer van de leidinggevende die plotseling, enkel gekleed in zijn onderbroek, naar buiten komt en voor haar gaat staan. Hij vertelt haar met zachte stem dat hij het een fijne avond vond en dat ze een mooie vrouw is. De melder knikt haastig en gaat aan hem voorbij de badkamer in. Daarna gaat ze snel terug naar haar slaapkamer en doet de deur op slot. Ze voelt zich zeer onprettig.
De volgende dag gaat ze naar de vestiging en gaat gewoon aan het werk. Na het werk gaat ze terug naar het appartement. Het is een zomerse dag. De leidinggevende is reeds aanwezig en staat in enkel zijn boxershort op ’t balkon met een glas wijn en vraagt of zij ook een glaasje wil. De melder zegt dat ze geen wijn wil, reeds gegeten heeft en dat ze moe is en vroeg naar bed gaat. De leidinggevende loopt naar haar toe, hij komt extreem dichtbij en strijkt met zijn hand door haar haren. Hij raakt haar schouder aan en zegt dat ze een mooie vrouw is en vraagt wederom of ze zich niet eenzaam voelt zo ver van huis? De melder zegt dat ze niet eenzaam is en dat ze moe is en naar haar kamer gaat. Zij gaat naar haar kamer en doet de deur op slot.
De afdelingschef
De volgende dag verlaat de melder vroeg het appartement met een naar gevoel en gaat naar haar werk en van daaruit rechtstreeks terug naar haar eigen huis, want haar werkzaamheden zijn afgerond.
De melder heeft last van wat is voorgevallen en bespreekt dit met haar afdelingschef in haar eigen vestiging. De melder maakt zich ook erg veel zorgen over de vele jonge nieuwe medewerksters en stagiaires die regelmatig in de vesting moeten samenwerken met deze leidinggevende in de andere stad en gehuisvest worden in hetzelfde appartement. De melder geeft aan dat zij zelf mondig genoeg is, maar ze vraagt zich af of de andere jongere meisjes wel opgewassen zijn tegen deze leidinggevende.
De afdelingschef raadt haar aan contact op te nemen met de externe vertrouwenspersoon: Max.
Max vraagt mij om mee te denken over zijn rol als vertrouwenspersoon.
Opvangrol
Het ligt misschien voor de hand om op de opvangrol van de vertrouwenspersoon te focussen. Daar ligt zeker stof: bijvoorbeeld komt de melder echt met name omdat zij zich zorgen maakt om haar collega’s?
Ik wil daar kort iets over zeggen. Het is zeker belangrijk als vertrouwenspersoon om daar goed op door te vragen. Er is vaak aardig wat veiligheid nodig voor de melder om te (h)erkennen dat zijzelf ook last heeft, zich onveilig voelt en in deze (hiërarchische) werkrelatie en /of in de organisatie onvoldoende de ruimte ervaart om de ander adequaat aan te spreken op het ongewenste gedrag. Eigen schuld en schaamtegevoelens en het risico op blaming the victim, kunnen daarnaast ook een rol spelen.
Wat vertelt deze casus over de organisatie?
Ik wil nu met name ingaan op vragen buiten de opvangrol: wat vertelt deze casus over de organisatie? Waarom verwijst de leidinggevende door naar de vertrouwenspersoon? De verantwoordelijkheid om dit in de lijn op te pakken ligt bij de afdelingschef. Hij moet ongewenste omgangsvormen voorkomen dan wel beperken. Dit werk wordt hem op een presenteerblaadje aangereikt. Waarom verwijst hij dan door naar vertrouwenspersoon Max?
In de ogen van Max verwijst de afdelingschef naar hem als externe vertrouwenspersoon omdat een lid van het MT zichzelf alle ruimte toe-eigende om te genieten van vrouwelijk schoon op het werk en zich schuldig maakte aan seksuele intimidatie. Dit is in de organisatie bekend, maar moest onder de mat worden geveegd. Waar is dan het draagvlak en het commitment voor het PSA-beleid in de organisatie? De afdelingschef durfde er zijn vingers niet aan te branden. De hete aardappel wordt doorgeschoven.
Nog al te vaak constateer ik met name tijdens de nascholing 'opbouwen samenwerkingsrelatie met leidinggevenden en hen adviseren', dat bij aanvang van de functie van vertrouwenspersoon er geen of onvoldoende fundament van samenwerking is opgebouwd met het MT. Dit fundament ontbreekt vooral bij de andere twee hoofdtaken: de signalerende/ adviserende rol van de vertrouwenspersoon en de informerende rol van de vertrouwenspersoon. Te vaak nog wordt alleen de opvangrol erkend als de taak van de vertrouwenspersoon.
Dat maakt het draagvlak voor het functioneren van de vertrouwenspersoon wel erg gering.
Commitment
Je hebt commitment nodig van het bevoegd gezag voor het beleid, het belang, ieders taken en verantwoordelijkheden en dus ook voor je drie hoofdtaken. Een dergelijk commitment is noodzakelijk om effectief te kunnen samenwerken.
Als het management vindt dat ‘het mogen genieten van een mooie vrouw’ boven een veilige werkplek gaat, dan heb je als vertrouwenspersoon te weinig draagvlak. Wanneer je daar pas na verloop van tijd achter komt, kom je als externe vertrouwenspersoon van een koude kermis thuis.
Kun je deze trend aankaarten bij het jaarverslag? Kun je alsnog een goed fundament van samenwerking opbouwen? Kun je alsnog voorlichting geven aan het MT vanuit je informerende rol? Kun je het MT en alle leidinggevenden een eerste basis meegeven door hen te verleiden de online training gewenst gedrag te volgen? Kun je optrekken met je ketenpartners om hierin gezamenlijk stappen te zetten?
Wanneer je geen voet aan de grond krijgt, is dan het beëindigen van je werk als vertrouwenspersoon je laatste redmiddel? Het is een moreel dilemma om te stoppen als vertrouwenspersoon bij gebrek aan commitment, terwijl je juist in een dergelijke organisatie extra hard nodig bent.
Helikopterview
In een casus die binnenkomt vanuit de opvangrol van de vertrouwenspersoon, zit vaak ook stof voor de adviserende rol. Het is waardevol om daar vanuit een helikopterview ook naar te kijken en vervolgens te denken over wat je er wel en wat je er niet mee kunt in je adviserende rol en in je jaarverslag, zonder dat het schade doet aan je opvangrol.
Marcel van Oss
www.opleidingvertrouwenspersoon.nl