Logo

"Ken je positie deel 1: mannen deugen niet" - september 2020

"Ken je positie deel 1: mannen deugen niet" - september 2020

14 september 2020

"Een getrouwde mannelijke medewerker heeft enkele maanden een affaire gehad met een jongere vrouwelijke collega. Hij voelde zich tot haar aangetrokken. Hij kon zijn ogen niet van haar

"Een getrouwde mannelijke medewerker heeft enkele maanden een affaire gehad met een jongere vrouwelijke collega. Hij voelde zich tot haar aangetrokken. Hij kon zijn ogen niet van haar afhouden. Zij beantwoorde zijn blikken. Hij was gebiologeerd. Zij hebben twee keer seks met elkaar gehad na het werk tijdens een wandeling en later nog bij haar thuis. Zij is verliefd op hem geworden. Zij gaat te ver. Voor hem werkt dit uiteindelijk niet langer. Zij kent haar positie niet. Voor hem moest het een leuk en spannend avontuurtje blijven.

Dit moet stoppen
Hij heeft haar gezegd dat hun affaire moet stoppen en dat hij niet verliefd op haar is. Dat ze toch weet dat hij getrouwd is. Zij accepteert dit niet. Zij blijft hem appen en seksueel getinte berichtjes sturen, ook 's avonds en in het weekend, soms wel 100. Hij heeft gezegd dat hij dat niet wil. Zij antwoordt dat zij in zijn blik iets anders ziet. Hij probeert haar te ontlopen.

In de lift
Vorige week stapte ze op het werk nog snel bij hem in de lift en begon hem te tongzoenen. Dat wil hij niet. Hij duwt haar van zich af, schreeuwt haar toe dat zij hiermee moet stoppen en verlaat zo snel mogelijk de lift. Hij is doorlopend op zijn hoede. Vooral in de lift voelde hij zich erg vernederd als man. Hij schaamt zich dat dit hem overkomt. Hij wil niet meer met haar samenwerken in een project. Hij voelt zich belaagd. Hij beschuldigt haar nu van seksuele intimidatie. Hij sprak zelfs al over een klacht indienen”

“Wat vind je daar nou van?” vraagt de vertrouwenspersoon Ada, die mij consulteert, “is hier echt sprake van seksuele intimidatie?” Temeer omdat ik enige verontwaardiging door hoor klinken, leg ik de vraag eerst even bij haar terug: "wat vind jij? Hoe voelt het voor jou?"

Mannen deugen niet
“Wil je een eerlijk antwoord? vraagt Ada, en ze brandt los: “Het voelt voor mij niet goed. Mannen deugen niet. Mannen komen hier altijd mee weg. Eerst als getrouwde man er bovenop zitten, doordrammen en zo’n jonge vrouw het hoofd op hol brengen -dat noemen ze toch grooming?- maar zodra het hen niet meer uitkomt, dan word je bedankt. Ze nemen geen verantwoordelijkheid voor hun gedrag. Wie zijn billen brandt moet op de blaren zitten! Ja, ik weet dat ik niet mag oordelen, maar……”
Ze had het zelf jaren terug ook aan de hand gehad en er behoorlijk onder geleden. Ze was gek op die man, maar voor hem was ze een scharrel, moest ze achteraf onder ogen zien. Het had haar behoorlijk pijn gedaan. Het was echt een rouwproces geweest.

"Maar wat vind jij daar nou van?” vraagt Ada, “dit is toch geen seksuele intimidatie? Dat zou de omgekeerde wereld zijn.”

Seksuele intimidatie
In mijn ogen is te verdedigen dat hier sprake is van seksuele intimidatie. Er is namelijk sprake van zowel verbaal (via berichtjes) als fysiek gedrag (tongzoenen) met een seksuele connotatie, dat door de man als ongewenst wordt ervaren en dat tot gevolg heeft dat voor hem een onveilige en vernederende omgeving wordt gecreëerd.

De man heeft duidelijk aangegeven dat hij het niet (meer) wilde en de vrouw is desondanks doorgegaan met haar gedrag.

Ook na een gewenste (seksuele) relatie kan seksueel gedrag als grensoverschrijdend worden ervaren. Dat voor hem de affaire een avontuurtje was en dat het voor haar serieus was, is geen legitimering voor de vrouw om door te gaan met haar gedrag als hij ‘nee’ zegt. Zij kan zich ook misleid voelen of gebruikt. Ze kan het gevoel hebben dat zij door hem is ingepakt. Maar dat alles is geen legitimering voor haar gedrag.

Zelfs wanneer dat incident in de lift buiten het werk had plaatsgevonden, dan nog valt het onder seksuele intimidatie. Het betreft immers een relatie tussen collega’s en het gedrag werkt door in de werkomgeving en werkrelatie. De werkplek en werkrelatie wordt door de man niet meer als veilig ervaren. Als deze casus bij de klachtencommissie komt, dan is het natuurlijk wel de vraag of seksuele intimidatie voldoende aannemelijk kan worden gemaakt.

Weliswaar is het volgens de definitie aan te merken als seksuele intimidatie, maar de vraag blijft: kun je dit ook aannemelijk maken? Want het incident vond plaats in de lift in een één op één setting en ook bij de gesprekken waarin hij aangaf dat hij dit niet wilde waren geen getuigen aanwezig. Zij zou kunnen ontkennen of kunnen aangeven dat het met wederzijdse instemming was.

Voorkom dat je te snel oordeelt
Ik bevraag Ada ook verder op haar gevoelens en haar oordelen en haar uitspraak ‘mannen deugen niet’: “Wat betekent het voor je functie van vertrouwenspersoon? Ben je in staat om naast de melder te staan?”. Ik raad Ada aan haar eigen positie te onderzoeken. Ada rondde ons gesprek af met: “Mijn hoofd snapt wat je zegt, maar het voelt anders. Ik ken mijn positie maar het is een wolf in schaapskleren.”
Ik wil hier nog even bij stil staan. Dat je soms bij een individu voelt dat je niet naast die persoon kunt staan, dat kan gebeuren en is niet onoverkomelijk. Het is sowieso altijd van belang alert te zijn op de eigen gevoelens die een melder bij je oproepen, die te herkennen, erkennen en te parkeren en je open te stellen en in verbinding te gaan met de melder. Eigen ervaringen en de daarbij horende emoties mogen niet leidend worden. Soms is dat hard werken. Als je dat niet lukt in de functie van vertrouwenspersoon dan ben jij op dat moment niet de aangewezen persoon om de functie van vertrouwenspersoon te vervullen. Je zult moeten doorverwijzen. Dat moet hoogst uitzonderlijk zijn en een individu betreffen. Een vertrouwenspersoon in opleiding gaf ooit aan geen vertrouwenspersoon te kunnen zijn voor homoseksuele collega’s. Je sluit dan een hele categorie medewerkers uit. Dat kan niet. Daarom vroeg ik bij Ada ook door op: mannen deugen niet.

Ik zei het je toch
Drie weken later belde Ada opnieuw en een van haar eerste zinnen was: “ik zei het je toch: mannen deugen niet”.  Ada had opnieuw een melder bij zich gehad.

Ada gaf aan: “Pas gaande het gesprek rees bij mij het vermoeden dat de man over wie zij het had welhaast de man moest zijn die drie weken geleden een afspraak met mij had gemaakt. Ik wist eigenlijk ook wel dat ik toen had moeten stoppen met dit gesprek. Maar ik voelde aan alles dat ik deze vrouw wilde helpen. Dat ik er voor haar wilde zijn. Door mijn eigen herkenning ging ik nogal op in haar verhaal. Ik moest gewoonweg haar hele verhaal horen”………..

Lees het artikel: zo-voorkom-je-dat-je-te-snel-oordeelt. Wanneer in de toekomst de doorklik wordt verwijdert kun je altijd nog het boek van Wieteke van Zeil lezen: Altijd iets te vinden, de kunst van het oordelen.

Deel 2 van ‘Ken je positie’ volgt in de volgende nieuwsbrief.

Marcel van Oss
www.opleidingvertrouwenspersoon.nl