Logo

"Middenin" - Anke Visser - maart 2021

"Middenin" - Anke Visser - maart 2021

14 maart 2021

Regelmatig benaderen oud-deelnemers aan de cursus ‘Vertrouwenspersoon nieuwe stijl’ van de CED-groep mij met

Regelmatig benaderen oud-deelnemers aan de cursus ‘Vertrouwenspersoon nieuwe stijl’ van de CED-groep mij met praktijkvragen, zoals deze van een docente tevens werkzaam als interne vertrouwenspersoon op haar ROC:

Een paar jaar geleden heb ik bij jou de cursus ‘Vertrouwenspersoon Nieuwe stijl’ gedaan. Gelukkig vertelde je toen dat ik met vragen altijd bij je terecht kon. Zo'n vraag heb ik nu.

De casus: Docent A voelt zich gediscrimineerd door leidinggevende B. Daarnaast vindt A dat hij uitgesloten wordt van werkzaamheden omdat hij die niet goed zou verrichten, dus niet goed zou functioneren etc. A heeft een angststoornis ontwikkeld voor B en is hiervoor in therapie. Sinds juni is docent A als gevolg hiervan formeel met ziekteverlof. De Arbodienst is op de hoogte.

Binnenkort staat mediation gepland tussen A en B. Ik ondersteun A. Ook B mag een vertrouwenspersoon meenemen, zijnde niet een functionaris van HRM, omdat die door A als vertegenwoordiger van de werkgever als partij gezien wordt. HRM heeft mijn collega interne VP C  als vertrouwenspersoon gevraagd om B bij de mediation te ondersteunen. Ik voel mij hier erg ongemakkelijk bij, omdat  VP C  al  informatie heeft over deze situatie vanuit onze intervisie-bijeenkomsten. Zij, C, heeft mij zelfs geadviseerd in deze casus.

Is het niet beter een externe VP in te schakelen omdat 'gebrek aan objectiviteit' (blz. 106 van jouw Zakboek voor VP's) en ook voorkennis en wellicht collegialiteit op de loer liggen?

Heel graag je wijze raad.

Deze vertrouwenspersoon verwacht van mij een antwoord, maar haar informatie roept bij mij vooral vragen op.

De woorden: niet goed functioneren, angststoornis, ziekteverlof en Arbodienst vallen mij op in deze casusbeschrijving. Is er sprake van een arbeidsrechtelijke klacht? Dan moet A een beroep doen op ondersteuning bij zijn vakbond of rechtsbijstandsverzekering, omdat een vertrouwenspersoon geen arbeidsrechtelijke klachten begeleidt.

De term mediation valt in relatie tot HRM. Gaat het hier om ADR (alternative dispute resolution) inzake een klacht over discriminatie tussen A en B  of  om een mediation die een Arbo arts de werkgever (B) adviseert om de zieke werknemer A te stimuleren tot hervatting van zijn werkzaamheden? Mediation is een formeel traject voor A en B onder leiding van een mediator, compleet met een mediation overeenkomst. Gezien de waarde die gehecht wordt aan vertrouwelijkheid in een mediation proces, is het de vraag of vertrouwenspersonen hierin een rol hebben.

Heeft docent A een klacht over discriminatie door leidinggevende B?  Is de ‘mediation’ een gesprek tussen A en B, in aanwezigheid van hun vertrouwenspersonen, een actie om de lucht te klaren? Dan is er geen sprake van mediation onder leiding van een neutrale derde partij, maar van een tweepartijengesprek.

Deze vertrouwenspersoon bewijst klager A een dienst als zij uitzoekt om welke vorm van mediation het gaat en of het wel een mediation is.

Het is overigens pijnlijk om te constateren dat een door bedrijfsartsen aan werkgever (HRM) geadviseerde mediation in relatie tot een zieke werknemer, een oplossing niet altijd dichter bijbrengt. Zie hiervoor recente uitspraken van Onderwijsgeschillen 109409 en 109461.

Interessant is verder nog dat deze vertrouwenspersoon in haar laatste alinea verwijst naar mijn ‘Zakboek voor vertrouwenspersonen’. In mijn column ‘Netjes’ (november 2020) heb ik ook aangegeven dat een interne vertrouwenspersoon zelf risico loopt bij een klacht van een collega over een leidinggevende (B in dit geval). In het Zakboek staat hierover:

3.8 Klachten over collega’s of leidinggevenden

Voor een collega die bij de [interne vertrouwenspersoon] zijn hart wil luchten over gedrag, maatregelen of nalatigheid van een andere collega of van een leidinggevende, schakelt de  [interne vertrouwenspersoon] onmiddellijk de externe vertrouwenspersoon in. Het gevaar bestaat namelijk dat de [interne vertrouwenspersoon] als teamlid en medewerker verstrikt raakt in een web van loyaliteitsverwachtingen van zowel team/schoolleiding als van de klagende collega. Daarnaast is een klager juist gebaat bij een externe objectieve begeleider.

Aansluitend bij ‘Is het niet beter een externe VP in te schakelen [..} heb ik deze interne vertrouwenspersoon dringend geadviseerd om klager A over te dragen aan de externe vertrouwenspersoon van het ROC voor begeleiding bij de klachtenprocedure inzake discriminatie. Mocht leidinggevende B gebruik willen maken van een vertrouwenspersoon, dan moet dat een tweede externe vertrouwenspersoon zijn. Voor de oud-cursiste die mij consulteerde geldt: deze interne vertrouwenspersoon zit ‘er middenin’, maar handelt professioneel door er tussenuit te gaan.

Anke Visser
www.ankemvisserschoolveiligheid.nl