‘Ontstaansgeschiedenis’ begeleider/adviseur beschuldigde
22 oktober 2024Opiniestukken zijn ingezonden bijdragen, geschreven op persoonlijke titel. Opinie valt niet onder redactie van de nieuwsbrief en de LVV is niet verantwoordelijk voor de inhoud. Commerciële verwijzingen zijn niet toegestaan en worden verwijderd. Wilt u reageren of een opiniestuk aanleveren? Stuur dan een email naar info@lvvv.nl
Timo belde, geheel overstuur. Ik kende hem als deelnemer aan de basisopleiding voor vertrouwenspersonen. Hij snapte het vak als geen ander. Maar nu was hij weken geleden op non-actief gezet, vanwege een beschuldiging van seksuele intimidatie door een cliënt: een jongen van 17 in een zorginstelling.
Timo stond op het punt naar zijn werk te gaan, toen hij die ochtend een telefoontje kreeg van zijn leidinggevende: "Je hoeft niet te komen werken. Er ligt een melding over jou, het gaat om ongewenste omgangsvormen.” “Wie, wat, waar en hoe dan?” vroeg Timo. “Het gaat over Rik, hij beschuldigt jou van seksuele intimidatie. Meer kan ik niet zeggen.” De leidinggevende verbrak de verbinding. Timo had geen idee waar het over ging. Vanaf die dag zat hij thuis.
Timo had niet eens zijn verhaal kunnen doen.
Oh ja, de directie vond het maar beter dat de collega’s geen contact meer met hem opnamen. Dus dat werd per onmiddellijke ingang verboden. Het zou maar onrust geven als medewerkers zijn verhaal zouden horen. Dat hoorde Timo achteraf van een collega die het verbod niet opvolgde.
Directeur en leidinggevende lijken totaal onthand en geen idee te hebben wat ze met de situatie aan moeten.
Excuses
Er werd weken later een bijeenkomst georganiseerd met de directeur, de vader van Rik, Rik zelf en Timo. Het doel was dat Timo zijn excuses maakte aan Rik en zijn vader. Pas in dat gesprek hoorde Timo waar het over ging. De directeur was beducht voor imagoschade voor de inrichting. Daarna kon Timo meteen weer naar huis. Wederom vond er geen gesprek plaats met de directeur zelf. Hij bleef op non-actief gesteld.
Ja, Timo had een opmerking gemaakt, die je met enige creatieve fantasie zou kunnen opvatten als een opmerking met een seksuele connotatie. Timo is begeleider van de jongens en heeft tevens de nevenfunctie van vertrouwenspersoon voor zijn collega’s. Juist Timo intervenieerde met enige regelmaat in de geseksualiseerde sfeer van omgang met elkaar en bracht dit onderwerp ook bij leidinggevenden ter sprake.
Isolement
Timo zat vervolgens maanden thuis. Hij was nu ziek, overspannen, eenzaam, verbijsterd, ontgoocheld, ontheemd, spoorloos… Met welke woorden doe ik recht aan zijn staat van zijn? Er was geen contact noch begeleiding vanuit de organisatie. De organisatie wist niet wat zij ermee aan moesten.
Timo heeft leidinggevende en directeur tot twee maal toe uitgebreid gemaild. Via de secretaresse kreeg hij een nietszeggend tweeregelig antwoord. Verder werd hij genegeerd. Negeren leek de aanpak. Negeren staat in de bovenste ranking van pesten. Je ontkent daarmee iemands zijn.
Ik was flabbergasted toen ik dit hoorde
Timo durfde in de organisatie zijn nek uit te steken en de lastige grens tussen gewenst en ongewenst ter sprake te brengen. Nu werd hij beschuldigd? Nu werd er zo met hem omgegaan. Dit kan niet waar zijn!
Waarom was er geen wederhoor? Waarom deze aanpak, zo over de top?
Waar was de ondersteuning, begeleiding, veiligheid en zorgvuldigheid richting de medewerker?
Iedereen had hem als een baksteen laten vallen.
Timo wist ook nog dat de jongen thuis een conflict had gehad met zijn vader en toen dit verhaal als reden had verteld voor zijn misdraging thuis. Was er voor Rik geen weg meer terug nu hij eenmaal dit pad was ingeslagen? Deze vraag en andere vragen bleven door Timo zijn hoofd tollen, dag en nacht. Het sloopte hem.
Timo vertelde en vertelde.
Het belang van een begeleider voor de beschuldigde
Ik was een luisterend oor en bood ruimte, veel ruimte, voor zijn verhaal en bovenal zijn emoties. Het was een lang gesprek. Ik was niet zijn vertrouwenspersoon, ik was de trainer die hem had opgeleid tot vertrouwenspersoon. Hij blonk uit. Het raakte mij. Ik ervaarde onrecht.
Timo was helemaal in tranen, nu hij voor het eerst gehoord en gezien werd.
Ik voelde meteen dat hier ondersteuning nodig was en wel specifieke deskundige ondersteuning . Iemand die niet alleen thuis is op alle terreinen van ongewenste omgangsvormen, maar ook de vaardigheid had om in te grijpen. Dit leek mij noch iets voor een vertrouwenspersoon noch voor mij. Dit vroeg om aanvullende competenties. Ik heb een senior trainer/ adviseur gevraagd of zij Timo wilde begeleiden en adviseren in deze afgrijselijke situatie vanuit haar eigen onderneming.
Dit is nu bijna 10 jaar geleden. Het verhaal van Timo woont in mij.
Dit lange telefoongesprek met Timo zal ik nooit meer vergeten.
Ondersteuning van degene die werd beschuldigd stond op dat moment in nagenoeg geen enkele organisatie op de kaart. Voor mij stond als een paal boven water dat ook iemand die beschuldigd wordt recht heeft op veiligheid en ondersteuning, op ruimte voor verhaal en emotie vanuit de organisatie. En tevens op deskundig advies.
Wat heeft een beschuldigde nodig? Wat is passende ondersteuning die recht doet aan de context van de specifieke situatie? Ik ervaarde het als onontgonnen terrein. Een weg die nog gebaand moest worden. Het heeft zeker overeenkomsten met de functie van vertrouwenspersoon, maar kent ook veel verschillen. Zo hebben de begeleiders beschuldigden, die op dit vlak hebben gepionierd, het ervaren. Het was een zoektocht wat wel en niet bij het kader van deze functie hoort. Elke situatie is ook nog weer totaal anders. Langzaam ging het kader zich uitkristalliseren.
Het wordt steeds meer duidelijk dat het meer is dan begeleiden. Je bent een belangrijk adviseur voor iemand in een hele moeilijke periode in zijn leven. Degenen die afgelopen jaren beschuldigenden hebben geadviseerd, vinden dat de naam ‘adviseur beschuldigde’ meer recht doet aan de inhoud van deze functie.
Ik ken niet de details van de begeleiding en advisering van Timo.
Een jaar later heb ik hem weer gesproken. Hij vertelde dat hij verschrikkelijk blij was dat hij mij had gebeld en met mijn doorverwijzing naar de betreffende begeleider beschuldigde. Het is een zwaar en lang traject geworden. Je bent als begeleider beschuldigde gesprekspartner van Timo maar ook - in dit geval - gesprekspartner en breekijzer in de organisatie. Je werkt de-escalerend en non duaal en dan weer als adviseur en belangenbehartiger in een klachtenprocedure. Je moet de escalatieladder voor leidinggevenden kunnen hanteren, enzovoorts.
En je moet als adviseur beschuldigde goed weten wanneer doorverwijzen op zijn plaats is. Want in sommige gevallen heeft iemand een scherpe jurist nodig, die de belangenbehartiging op zich kan nemen.
Ik heb één keer zelf een beschuldigde begeleid. Met de wijsheid van nu realiseer ik me dat ik dit met name gedaan heb vanuit het kader van de functie van vertrouwenspersoon en dat hier ook andere interventies nodig waren geweest, die buiten het kader van de functie van vertrouwenspersoon liggen.
Timo is uiteindelijk gerehabiliteerd, maar tegelijkertijd levenslang beschadigd. Hij is vertrokken uit de organisatie. Heel veel (onterecht) beschuldigden verlaten organisaties omdat ze het vertrouwen in de organisatie zijn verloren. Het evenwicht tussen recht doen aan een melder en tegelijkertijd recht doen aan een beschuldigde is heel wankel. Door een melder bij te laten staan door een vertrouwenspersoon en een beschuldigde door een adviseur beschuldigde, krijgt de weegschaal aan beide kanten wat meer massa en blijft hij eerder in balans.
Wil je reageren, mail me dan: info@trainingvanoss.nl
Hartelijke groet,
Marcel van Oss
Directeur/ trainer
VAN OSS & PARTNERS | OPLEIDING VERTROUWENSPERSOON