Logo

"Integriteit in de sport moet naar een hoger plan dan afvinklijstjes"

"Integriteit in de sport moet naar een hoger plan dan afvinklijstjes"

10 oktober 2022

Integriteit en ethiek zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit de dagelijkse praktijk in de sport. Of het nu gaat om grensoverschrijdend gedrag, matchfixing, doping, ondermijning, diversiteit en inclusie; iedere sportbestuurder wordt geacht aandacht te hebben voor dit soort ethische vraagstukken. Het onlangs gestarte Erasmus Center for Sport Integrity & Transition, kortweg ESPRIT, heeft daarom als doel sportprofessionals van kennis te voorzien en mee te denken over dillema’s in de sport. Daartoe introduceert directeur Sandra Meeuwsen een nieuwe onderzoeksmethodiek in de Nederlandse sport: 'embedded ethics'. Deze maand start zij bovendien als maandelijkse columnist op Sportenstrategie.nl.

Bij de kick-offbijeenkomst op 15 oktober op de Erasmus Universiteit in Rotterdam zag Meeuwsen tussen de aanwezigen precies de doelgroep waar ESPRIT zich op richt. Uiteraard mensen uit het hoger onderwijs en de academische wereld, maar ook het ministerie van VWS, NOC*NSF, bestuurders en coaches van bonden en de commerciële sport waren aanwezig. Met Jens Sejer Anderson, directeur van Play the Game, als internationale gast werd gelijk de ambitie van het centrum duidelijk. "Omdat we ook internationaal actief zijn, had ik hem gevraagd een kritisch strategisch verhaal over de politieke dimensie van de integriteitskwesties in de sport te houden. Om aan te geven dat Nederland niet in een soort bubbel alleen staat. Nederlandse clubs en organisaties zijn ook speelbal in een internationale politiek krachtenveld rond integriteit", blikt Meeuwsen terug.


Debat over integriteit in de sport

De integriteit in de sport staat al enige tijd onder druk. En dat levert nog vaak de reflex van vingerwijzen op, merkte Meeuwsen ook in de paneldiscussie bij de kick-off. Miriam Reijnen (Centrum voor Veilige Sport Nederland), Aschwin Lankwarden (Directeur KNZB), Lodewijk Klootwijk (POS), Hub Zwart (Decaan van de Faculteit Filosofie van de Erasmus Universiteit) en Anne de Leeuw (Officier van Justitie) gingen daarbij met elkaar in debat over het instellen van een externe integriteitswaakhond buiten de sport. De Leeuw beweerde dat "…de sport het zo heeft laten afweten, dat we daartoe bijna genoodzaakt zijn". Vanuit de sport werd weer tegengeworpen dat het instellen van een integriteitsautoriteit een negatief effect op het verantwoordelijkheidsgevoel in de sport zal hebben. Lankwarden vulde aan dat hij vooral steun nodig heeft bij het agenderen van de vaak complexe integriteitskwesties in alle geledingen van de KNZB. De zwembond was overigens ook de eerste die al bij ESPRIT heeft aanklopt voor ondersteuning.


Actief in ongemak en weerstand

Meeuwsen zag bij het debat mensen op het puntje van hun stoel zitten. "Daarmee hebben we volgens mij ook aangetoond wat onze toegevoegde waarde zal zijn. We willen het thema integriteit naar een veel hoger plan tillen dan een paar afvinklijstjes. We kunnen fantastische regels, gedragscodes en straffen bedenken, en toch gaat het fout. Dus wat is nog meer nodig? Daar begint onze rol."

Bij de kick-offbijeenkomst op 15 oktober op de Erasmus Universiteit in Rotterdam zag Meeuwsen tussen de aanwezigen precies de doelgroep waar ESPRIT zich op richt. Uiteraard mensen uit het hoger onderwijs en de academische wereld, maar ook het ministerie van VWS, NOC*NSF, bestuurders en coaches van bonden en de commerciële sport waren aanwezig. Met Jens Sejer Anderson, directeur van Play the Game, als internationale gast werd gelijk de ambitie van het centrum duidelijk. "Omdat we ook internationaal actief zijn, had ik hem gevraagd een kritisch strategisch verhaal over de politieke dimensie van de integriteitskwesties in de sport te houden. Om aan te geven dat Nederland niet in een soort bubbel alleen staat. Nederlandse clubs en organisaties zijn ook speelbal in een internationale politiek krachtenveld rond integriteit", blikt Meeuwsen terug.

Integriteit in de sport.jpg